Veilig klimaat

Vriendendiensten wil een veilig klimaat scheppen voor alle betrokkenen. Dat is onlosmakelijk verbonden met de identiteit en doelstelling van onze organisatie. Grensoverschrijdend gedrag en ongewenste omgangsvormen zijn niet acceptabel.

Inbreuk op het veilige klimaat

Mochten er zich toch ongewenste omstandigheden of onveilige situaties voordoen, dan zijn er bij  Vriendendiensten mogelijkheden om dit te uiten en indien nodig en gewenst verder te laten onderzoeken. Dat doen we op een manier waarbij we altijd in redelijkheid rekening houden met de bescherming van de individuele belangen van de melder. Dit geldt voor iedere individuele medewerker, vrijwilliger, deelnemer, bezoeker en ook voor de directeur en de bestuursleden.

Ongewenste omstandigheden en/of onveilige situaties

In de volgende gevallen is sprake van een ongewenste omstandigheid of een onveilige situatie:

  • Bij ongewenst gedrag van welke betrokkene dan ook. Bijvoorbeeld een leidinggevende, een medewerker, een vrijwilliger, een deelnemer of een bezoeker
  • Bij integriteitkwesties binnen Vriendendiensten
  • Bij persoonlijke aangelegenheden die verband houden met de bedrijfsvoering, de werksituatie of bij een willekeurig contact of bezoek bij Vriendendiensten, waarbij de betrokkene een ongewenste omstandigheid of een onveilige situatie ervaart

In de tekst hieronder worden deze situaties aangeduid als “ongewenste situaties”. Dit protocol heeft betrekking op alle ongewenste situaties.

Welke mogelijkheden zijn er als er sprake is van ongewenste situaties?

We vinden het belangrijk dat onvrede over ongewenste situaties zo snel mogelijk wordt opgelost. Daarom staan verschillende mogelijkheden open en kunnen verschillende mensen de rol van vertrouwenspersoon op zich nemen.

  • Het uitgangspunt is dat iemand eerst contact opneemt met een collega/medewerker van Vriendendiensten, zo mogelijk door de betrokkene zelf die een ongewenste situatie heeft ervaren
  • Als de medewerker van Vriendendiensten er niet uitkomt, kan contact opgenomen worden met de directeur van Vriendendiensten
  • Als de directeur er niet uitkomt, staat het bestuurslid met de HRM portefeuille ter beschikking voor overleg
  • Als het bestuur er niet uitkomt of als het bestuur vindt dat onafhankelijk onderzoek noodzakelijk is, kan de onafhankelijke vertrouwenspersoon worden ingeschakeld
  • Als de klacht de directeur zelf betreft, wordt de klacht in principe eerst voorgelegd aan het bestuur van Vriendendiensten. Beiden zullen in nauw overleg besluiten of de onafhankelijke vertrouwenspersoon wordt ingeschakeld
Heb je een vraag?
Neem dan contact op